Voor roekeloze kleuters is het een onweerstaanbaar spelletje. Halverwege op de
trap gaan staan, zodra er een volwassene langsloopt ‘Daar kom ik!’ roepen en
dan direct in de armen van de verschrikte vader of moeder springen. Dikke
pret. Vooral omdat een slimme kleuter snapt dat de geschreeuwde protesten
van de ouders (‘Ik vang je niet hoor!’) volstrekt ongeloofwaardig zijn. Als
je de sprong eenmaal hebt ingezet, moeten ze je wel opvangen.

De volwassen kleuters van Wall Street kennen dit chantagetrucje ook.
Als de gevolgen maar erg genoeg zijn, vangt de centrale bank de financiële
markten altijd op. En dat is precies het spelletje dat de grote beleggers de
afgelopen dagen spelen.

Sinds dinsdag verkondigt iedereen op Wall Street luidkeels dat Fed-voorzitter
Ben Bernanke geen andere keus heeft dan het belangrijkste rentetarief, de
federal funds rate, te verlagen. Door de kredietcrisis schudt het financiële
stelsel op zijn grondvesten. Alleen een flinke rentestap kan voor rust
zorgen, beweert men.

Speculerend op die ‘onvermijdelijke’ rentestap herstelden de
Amerikaanse beurzen en namen veel investeerders posities in die horen bij
een lagere rente. Daarmee werd de noodzaak van een renteverlaging nog
groter. Want als de Fed de markten teleurstelt, worden die posities weer
snel afgebouwd en is de ellende niet te overzien. De beleggers klommen
omhoog zodat de potentiële val extra pijnlijk zal zijn en de Fed hen wel
moet opvangen.

Dat brengt Bernanke in een zeer lastig parket. De vorig jaar aangetreden
voorzitter moet zijn reputatie als inflatiebestrijder nog verdienen. Hij kan
eigenlijk pas toegeven aan de eisen van Wall Street als door de
kredietcrisis de Amerikaanse economie vertraagt en de inflatiedruk afneemt.
Pas als de problemen op de financiële markt doorsijpelen naar de echte
economie en bijvoorbeeld bedrijven geen leningen meer kunnen krijgen om
investeringen te doen, kan hij het rentewapen inzetten.

Zonder twijfel zijn de regionale centrale banken van de Verenigde
Staten – waarvan Bernanke voor zijn informatie afhankelijk is – druk bezig
om in hun eigen regio te achterhalen of de crisis de reële economie
meesleept. Maar voor conclusies is het nu nog veel te vroeg.

Dat weet Wall Street natuurlijk ook. De beleggers willen dan ook geen
rentestap om de reële economie te redden. Het gaat hen om hun eigen hachje.
Lagere rente maakt aandelen weer aantrekkelijk en leidt tot koerswinsten.
Bovendien levert het voor banken een aardige winst op. De rente die zij zelf
vragen, is door de kredietcrisis flink opgelopen. Met een lagere Fed-rente
neemt voor de banken het renteverschil tussen in- en uitlenen nog verder
toe. Pure winst.

Ondertussen zal een renteverlaging aan de kredietcrisis zelf niet veel
veranderen. Die is ontstaan doordat de markten het risico van exotische
financiële producten (met hypotheekleningen als onderpand) niet meer konden
inschatten. Wantrouwen tussen financiële partijen was het gevolg. Dat is een
informatieprobleem, dat alleen met boekonderzoek is op te lossen. Een
renteverlaging lost niets op. Bernanke doet er goed aan de markten gewoon op
keihard hun gezicht te laten vallen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl